In de Keysershoedt
Lange Niezel 10, AmsterdamIn de 16e eeuw was de Lange Niezel een voorname straat waar de rijkste en machtigste families woonden. In het Stadsherstelmonument op nummer 10 woonden maar liefst vier burgemeesters. Tijdens de restauratie kwamen bij het strippen van de niet-monumentale onderdelen bouwelementen tevoorschijn die teruggaan tot vóór 1564. De prachtige 16e eeuwse engelkopjes op de sleutelstukken zijn weer in het zicht gebracht, en het 19e-eeuwse plafond ornament is weer helemaal hersteld.
Hier woonden de machtigste regentenfamilies
In de tweede helft van de 14e eeuw werd het moerassige laaggelegen land ten Noorden van de Oude Kerk opgehoogd en bebouwd. Deze Kerkzijde was het middeleeuwse stadshart en aan de Warmoesstraat en de Lange Niezel woonden de rijkste kooplieden en regentenfamilies. Zo woonde op Lange Niezel 22, ook een Stadsherstelpand, koopman Gerrit Bicker en op nummer 10 woonden de regentengeslachten Boelens en De Graeff, aangetrouwd aan de Bickers. Deze drie families bepaalden op het hoogtepunt van de Gouden Eeuw gedurende vijftig jaar een belangrijk deel van het stadsbestuur.
In ons pand woonden maar liefst vier (latere) burgemeesters. De regent en lakenkoper Hendrick Boelens (1542-1603) had hier eerst zijn woning, gevolgd rond 1600 door Jacob Dircksz. de Graeff (1571-1638), die koopman en ook burgemeester van Amsterdam was. Zijn zonen, de machtige burgemeesters Cornelis (1599-1664) en Mr. Andries de Graeff (1611-1678), worden in dit huis geboren.
Cornelis zou in totaal tien maal burgemeester zijn. Mr. Andries was burgemeester tot hij in 1672 werd afgezet door Stadhouder Willem III; daarnaast was hij kunstverzamelaar en beschermheer van de dichter Joost van den Vondel.
Twee baardige mannen dragen de ‘keijsershoet’
De vele gevelstenen en rijk versierde toppen van de monumenten in deze straat herinneren aan de rijke historie van deze plek. Ook Lange Niezel 10 was voorzien van een gevelsteen, al in een akte van 1549 wordt het genoemd als ‘De Keijsershoet met een zeepziederij’.
Op de gevelsteen staan twee geknielde, in harnas gestoken en bebaarde mannen die een manshoge keizerskroon vasthouden. Deze keizerskroon verwijst naar de 15e-eeuwse Maximiliaan van Oostenrijk, die de kleine koopmansstad Amsterdam als dank voor haar ruime financiële steun het recht gaf om zijn ‘crone’ te voeren in het stadswapen. Dit betekende internationaal een belangrijke aanbeveling voor de Amsterdamse kooplieden. Deze steun zou te danken zijn geweest aan burgemeester Andries Boelens, de overgrootvader van Hendrick.
De flinke steen van 50 bij 80 cm. stamt uit het midden van de 16e eeuw, onder meer te oordelen aan het cartouche met de uitstekende en omkrullende ornamenten, een stijl die toen in de mode kwam.
Bij de modernisering van de gevel in 1886 door de toenmalige eigenaar De Leeuw paste de gevelsteen waarschijnlijk niet meer qua formaat of stijl. De steen werd toen verworven door het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Zij hebben rond 1960 het initiatief genomen om in de zijmuur van St Olofssteeg 11 in totaal negen ‘zwerfstenen’ in te metselen, waaronder deze. Hier is de steen met de keizerskroon nog altijd te bewonderen.
In 1886 is de voorgevel geheel vernieuwd
Toen begin 17e eeuw de grachtengordel werd ontwikkeld, verhuisde de elite uit de oude stad en verloor de omgeving van de Lange Niezel haar cachet. Er komen winkels, bedrijfjes en werkplaatsen in de woonhuizen en halverwege de 17e eeuw ook bordelen, in de nabijheid van de haven. Ook het gezin De Graeff verhuist naar de Herengracht.
Wat er de daaropvolgende periode gebeurt is niet helemaal duidelijk. In de 17e eeuw is het pand waarschijnlijk in gebruik als herberg en in 1680 wordt het huis ‘daar de Keijsers kroon in de gevel staat’ verkocht aan koperslager Stochof. Deze familie zal het pand gedurende tachtig jaar in bezit houden.
Vanaf 1864 komt hier een fabriek en magazijn van spiegels, glas en lijsten, wat later zal uitgroeien tot De Atlas. Deze fabriek zal verhuizen, maar compagnon Heiman de Leeuw koopt het pand aan de Lange Niezel in 1884 en in datzelfde jaar viert hij er zijn 12 ½ echtvereeniging met Dina, Dientje Mouwes en wordt er zoon Jochem geboren.
In 1886 wordt in opdracht van De Leeuw de voorgevel vernieuwd en de indeling van de begane grond aangepast. Een steen met inscriptie herinnert aan de eerste steenlegging door de dochter des huizes: “eerste steen gelegd door Heintje de Leeuw, oud 10 jaar, 25 januari 1886.”
Hier kon u terecht voor een soliede bed of een mooie pet
Nadat de voorgevel vernieuwd en voorzien van een winkelpui is, wordt het pand in gebruik genomen door F. Scherder, ‘magazijn van extra goedkoope en soliede bedden en tapijten’.
In 1898 verkoopt De Leeuw “een hecht, sterk en onlangs gedeeltelijk verbouwd winkelhuis met twee afzonderlijk verhuurde bovenhuizen, open plaats, achterhuis en erf, met uitgang aan de Oudezijds Voorburgwal” (via de achtergelegen ‘Slaperssteeg’). Het wordt geveild voor f 15.050 gulden. Winkelier en schoenmaker Jordanus Pieter van der Vliet is dan eigenaar, later zal hij hier ook zijn schoenwinkel runnen.
In de jaren dertig zit hier enige tijd Wijnzaak ’t Tokayerhuis, en daarna opent Cornelis Maria Anthonius Gräffner (1902-1988) zijn winkel in ‘heerenmodes en bedrijfskleeding’ in Lange Niezel 10, waar hij ook woont. Na een faillissement in 1936 wordt de winkel doorgestart als Vakkledinghuis, dat tot in de jaren tachtig blijft bestaan.
Met stijlelementen uit meerdere eeuwen
De oudste kern van het huidige pand dateert zover nu bekend van halverwege de 16e eeuw. Volgens dendrochronologisch onderzoek dateert het hout van de kap van het voorhuis tussen 1562 en 1563, maar op de kaart van Anthonisz uit 1544 staat al een voorloper van het pand. De vondst van een waterput onder het tussenlid bevestigt deze eerdere bebouwing.
Het huidige pand had oorspronkelijk een hoog voorhuis, met ruimte voor een werkplaats, en een achterkamer bestaande uit een opkamer en onderhuis. De houtskelet constructie past qua stijlkenmerken ook bij de renaissance periode. Sleutelstukken met houtsnijwerk, een engelenkopje met vleugels, kwamen bij de restauratie tevoorschijn. Ook is één zwanenhalskorbeel behouden gebleven, de andere korbelen zijn verwijderd. Delen van de achtergevel-pui, waaronder drie stijlen en de rijk geprofileerde puibalk, lijken ook nog oorspronkelijk 16e eeuws te zijn.
In de 18e eeuw is het hoofdgebouw verbouwd en uitgebreid met een tussenlid en achterhuis. Ook wordt dan een klokgevel geplaatst. Het nog aanwezige plafond van de opkamer dateert uit de eerste helft van de 18e eeuw en is uitgevoerd in de barokke Lodewijk XIV-stijl. Het bestaat uit houten panelen met sierlijsten, voorzien van een middenpaneel.
Het onderhuis is bij een van de diverse verbouwingen verloren gegaan. Het is nu een kelderruimte, die via een luik in de winkelruimte toegankelijk is.
Gaaf bewaard gebleven
In 1886 wordt de klokgevel vervangen door een getrapte verhoogde halsgevel in neorenaissance stijl met 19e eeuwse T-vensters en een gaaf bewaard gebleven winkelpui met grote, hoge ramen. Deze winkelpui bestaat uit pilasters met Korinthische kapitelen en diamantkoppen in de borstwering en pilasters. Ook de ambachtelijke baksteenarchitectuur met gele en rode baksteen metselmozaïeken valt op. De hals met trappen is gedecoreerd met vleugelstukken en ter weerszijden van het zoldervenster en het oeuil de boeuf bevinden zich lisenen.
De winkelpui heeft twee toegangen waarvan de ene, geflankeerd door winkelruiten, naar de winkelruimte op de begane grond voert. De tweede, op de linkerhoek, leidt naar de bovenwoningen. De kapverdieping bevindt zich onder met rode pannen gedekt zadeldak.
In 2011 kocht de gemeente Lange Niezel 10 in het kader van ‘Project 1012’, met het doel criminaliteit in het gebied terug te dringen. In 2013 kon Stadsherstel het gemeentelijk monument overnemen, met de voorwaarde dat de toeristenwinkel die er toen zat een andere invulling zou krijgen. De gemeente wil de buurt een ‘upgrade’ geven en de talloze souvenirwinkels passen niet meer in het toekomstige beoogde winkelaanbod.
In 2022 is de fundering vervangen en de winkelruimte gerestaureerd. Het was al bekend dat onder een van de bouwmuren geen houten palen aanwezig zijn. Tijdens het strippen waren er een aantal mooie bouwhistorische vondsten. Zo werd er een stucplafond uit de 19e eeuw aangetroffen, de eind 16e-eeuwse houten draagconstructie met gesneden sleutelstukken en een gedecoreerd korbeel. Onder het tussenlid werd een gave waterput gevonden die wellicht nog ouder is dan het hoofdhuis.
Het 19e-eeuwse stucplafond in het voorhuis is gerestaureerd en teruggebracht. De 18e eeuwse plafondpanelen zijn behouden, maar zijn niet in het zicht. Dit in verband met het aanbrengen van een brandwerende laag en isolatie. Wel is de laat middeleeuwse hoofddraagconstructie in zicht gebleven. Het achterhuis kreeg hiermee het 16e eeuwse karakter terug die het rond 1564 had. Het bewaard gebleven korbeel met engelkopje is ook nog te bewonderen.
Vrienden bedankt
De Vrienden hebben bijgedragen aan de restauratie van de winkelpui en het terugbrengen van het 19e eeuwse stucwerk plafond.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam op de kaart
Bouwhistorische verkenning, Jeroen van der Kuur en Rachel N. Halverstad, 2022
Delpher
Gevelstenen van Amsterdam, website Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen
Stadsarchief Amsterdam
Redengevende omschrijving, Marjanne Statema, Gabri van Tussenbroek (2013)
Theo Bakker, website
Aan dit project hebben meegewerkt:
Betonhoeve
De Beaufort Bouwadvies
Bouwhistorie, erfgoedadvies en ontwerp Jeroen van der Kuur en Rachel Halverstad
ToekomstBouw
Vliegers stukadoorsbedrijf
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Gemeente Amsterdam
Vrienden van Stadsherstel