Het huis met de Ossenkop
van de schoenmaker

N

N

Nieuwendijk 24, Amsterdam

De mooie houten ossenkop kwam aan de gevel te hangen toen er in 1820 een leerhandel van een schoenmaker in kwam. In 1881 begon leerkoper/schoenmaker Hendrik Casparus Matto er zijn eerste winkel. Matto en zijn schoenen groeiden uit tot een zeer bekende merknaam, tegen 1950 waren er zo’n 20 filialen in Amsterdam. Het was een schoenenwinkel waar men toentertijd ‘Zondagse schoenen’ kocht. Dit bedrijf werd door later door Bristol overgenomen. De Ossenkop herinnert ons nog aan deze Amsterdamse schoenenhistorie.

1611
Bouw huis
1820
Eerste schoenmaker
1968
Aangekocht door Stadsherstel
1969
Gerestaureerd
1995
Restauratie ossenkop
Nu
Winkel en woning
De straat
Nieuwendijk

Een van de oudste winkelstraten

De Nieuwendijk verbindt de Amsterdamse Dam met de Haarlemmerstraat en ligt vlakbij het Centraal Station. De in het verlengde van de Kalverstraat gelegen straat is een van de oudste winkelstraten van Amsterdam. Hij heeft minder allure dan de Kalverstraat, er zijn meer volkszaken, en dat is al zo sinds het begin van de 17e eeuw. Het was vanouds de straat waar de buitenlieden, boeren uit Noord- Holland, meestal hun relaties op zakengebied hadden wonen en waar typische oude logementen hadden gestaan. Aan de zuidzijde naar de Dam toe hebben in de 17e eeuw vooral veel lakenkopers gewoond, terwijl meer noordelijk de buurt was van de Haringpakkerij.

De Nieuwendijk vormde, met de Kalverstraat, de dijk langs de westelijke oever van de Amstel. Aan het hoogteverschil tussen deze straten is dat nog steeds te zien. Op straatniveau gaan de gevels schuil achter een lange rij winkelpuien. De grachtentuinen aan de achterzijde zijn door bebouwing verdwenen. In het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw veroorzaakten junks hier overlast. Tegenwoordig is de straat een moderne winkelstraat, gericht op toeristen en dagjesmensen. Tot in de jaren 70 was de straat, zij het beperkt, nog toegankelijk voor auto’s. Daarna werd het een voetgangersstraat met speciaal aangelegde bestrating.

Bewoners en eigenaren
’t Witte Paert’

Van bakkerij tot lakenwinkel

De eerste vermelding van dit pand in de archieven dateert van 1567. Bakker Willem Jansz bewoont dan ’t Witte Paert’. In 1610 werd het huis door bakker Gerrit Jansz aan een lakenkoper overgedragen. Het ziet er naar uit dat er tot dan toe vanouds een bakkerij was gevestigd. Dat veranderde toen de lakenkoper het huis binnen het jaar doorverkocht aan zijn compagnon Symon Keijser (1587-1661), die het oude pand liet afbreken, en het door het huidige huis met zijn trapgevel liet vervangen. Het huis werd toen ook voorzien van een gevelsteen ’de Drie Akers’, op het punt waar nu de koeienkop de gevel siert.

Symon Keijser was in 1604 als lakenbereider naar Amsterdam gekomen en woonde sinds 1611 met zijn gezin op Nieuwendijk 24, hij had op dit adres ook een lakenwinkel. Op de plattegrond van Balthasar Florisz uit 1625 zien we heel duidelijk op het dak de ramen voor het drogen van de lakens, waaruit blijkt dat Symon Keijser het bereiden van lakens nog niet had opgegeven. Hij was katholiek en is als zovele van zijn geloofsgenoten tegen het midden van de eeuw naar Alkmaar verhuisd. In plaats van laken werd er later zijde verkocht. Tot 1757 zou het pand als huurhuis in zijn familie blijven.

Huurder
18e-eeuwse horlogemaker

Spelende staande, astronomische en vorstelijke zakhorloges

Huurder van 1742 tot aan zijn dood was een van de bekendste Amsterdamse horlogemakers Nicolaas Weijlandt. In zijn atelier vervaardigde hij er, naar de mode van die tijd, rijk bewerkte gouden en zilveren zakhorloges en staande klokken. In de winkel waren naast zijn eigen klokken heel veel horloges uit Londen en Parijs te koop. In het rijksmuseum is nog een klok van Nicolaas te zien.

Voor het eerst werd het Amsterdams staand horloge gemaakt in het laatste kwart van de 17e eeuw. De vroege Engelse en Hollandse klokken vertonen veel gelijkenis. Het waren eenvoudige rechte kasten, van gering formaat en met een vierkante wijzerplaat. Vanaf het begin van de 17e eeuw werden er rijker versierde kasten gemaakt. Bekroond met snijwerk en een geprofileerd dak dat werd gedragen door pilaren. De eikenhouten kast was gefineerd met palissander- of notenfineer en vaak ingelegd met bloemmotieven, sterren of medaillons. De uurwerkmaker kocht de onderdelen in bij diverse fabrikanten. De naam die op de wijzerplaat staat, is de verkoper van het geheel. Soms was hij de assembleur van kast en uurwerk, soms assembleerde hij het uurwerk, en in slechts enkele gevallen maakte hij het uurwerk. Na 1790 werden deze kostbare klokken niet meer gemaakt in Nederland.

Vrienden bedankt

Dankzij de Vrienden kon de houten Ossenkop gerestaureerd en weer gepolychromeerd worden.

Word ook Vriend en maak dit soort verfraaiingen mogelijk.
Word ook Vriend
Gevelverfraaiing
Ossenkop

De leerhandel van de schoenenmaker

Aan het einde van de 18e eeuw vinden we op dit adres een linnenwinkel van de gezusters Perizonius. De ongehuwde zuster Gerrardina (1751-1819) overleed als laatste, zij was winkelierster in bonten op dit adres.

Het huis onderging in 1820/1821 een grondige verbouwing, waarbij de gevelsteen ‘De Drie Akers’ door de huidige koeienkop werd vervangen, ten teken van de leerhandel van schoenmaker Franciscus Hendricus Wijsmuller (1785-1878). De indeling van de gevel werd op de eerste en tweede verdieping grondig veranderd. Door het verbreden van de ramen werd de woonverdieping gerieflijker. Het grote drielicht, met het pakhuisluik op de tweede verdieping, geeft nog aan dat hier de pakzolder is gebleven.

De ossenkop gaf duidelijk aan, net zoals vele andere tekens op de gevel, wie er in het pand woonde of welk beroep hij had. Ongetwijfeld zullen slagers en leerlooiers de kop van een geslacht beest aan hun winkelpui gehangen hebben. Maar vanwege hygiëne zijn die vervangen door stenen of in dit geval een met lood kleedde houten.

Rol van Stadsherstel
Zondagse schoenen van Matto

In 1881 kwam de leerkoper Hendrik Casparus Matto (1832-1904) in het pand, en diende in 1886 een ontwerp in tot verandering van de onderpui voor zijn schoenenwinkel. Deze lijkt veel op de huidige, maar omdat er een toegangsdeur voor de bovenverdieping was gepland, werd de winkeldeur 30 cm uit het midden geplaatst. ‘Overwegende dat het bestendigen van kelderingangen in drukken verkeerswegen niet wenselijk is’ moest hier de oude ingang tot het onderhuis verdwijnen.  Of de onderpui geheel volgens plan is uitgevoerd is niet bekend.  In 1896 was er alweer een plan ingediend, waarbij de bovenhuisdeur verdween. In dit pand heeft dus de moederzaak van alle Matto schoenenwinkels gezeten die zich in de twintigste eeuw over Amsterdam verspreidden. Matto verkocht, behalve zondagse, ook eenvoudige daagse schoenen voor weinig geld.  Jozet van Sloten, vrijwilliger bij Stadsherstel, gaf aan dat zij er in de jaren zestig van de vorige eeuw bijvoorbeeld gymschoenen kocht.

Stadsherstel heeft het pand in 1968 voor een symbolisch bedrag gekocht. Bouw- en woningtoezicht had toen al voorzieningen aan de voor-en achtergevel en de kap voorgeschreven en die kosten zouden hoger zijn dan de waarde van het pand.   Na de restauratie is het pand weer voor enige jaren aan de NV Matto verhuurd. Matto is later overgenomen door schoenengigant Bristol.

Exterieur
17e-eeuwse gevel

Sluitstenen, leeuwenmaskers en kussens

Er is nog veel van het vroeg 17e-eeuwse pand bewaard gebleven. Uit de boogjes op de tweede verdieping valt op te maken dat de gevel in twee smalle zijramen en een breed middenraam was ingedeeld. De sluitstenen van deze boogjes hebben leeuwenkopjes, evenals de draagsteen van de toppilaster.

In het fries van de gevel, boven de onderpui, is siermetselwerk aangebracht, dat elders in Nederland en speciaal in Noord Holland veel voorkomt, maar in Amsterdam tot een zeldzaamheid is geworden. Ook hier zijn leeuwenmaskers aangebracht.

De gevel is verder nog voorzien van horizontaal geprofileerde waterlijsten. Dat zijn de uitspringende natuurstenen randen met een hellend bovenvlak; daarlangs kon dan het goed afvloeien. Op de muurdammen zijn zandsteenblokken aangebracht; om en om met kussenversiering. De gevelankers hebben het bekende leliemotief.

Interieur
Winkel en Binnenhaard

Nog resten van de bakkerij

De constructie van het huis is geheel in houtskeletbouw uitgevoerd. De sleutelstukken hebben een kroonlijstprofiel en de korbelen zijn met een zwanenhals uitgevoerd.  Op de tweede verdieping zijn eenvoudige uitgeholde korbelen toegepast.

De winkel in het voorhuis lag gelijk met de Nieuwendijk. De binnenhaard lag vijf treden lager en vormt het eigenlijke onderhuis. Onder het voorhuis was nog een extra keldertje. Bij de restauratie vonden we in de linker bouwmuur een raveling (dat is een aanpassing in de balklaag waarin een trap of een schoorsteen gemaakt kon worden).  Uit de maat van deze raveling is op te maken dat deze zowel als doorlaat voor een schoorsteen, als voor een gewelfje voor een vuurplaat in de balklaag kan hebben gediend. De raveling zal waarschijnlijk voor een schouw in het keldertje bedoeld zijn geweest. Mogelijk stamt de situatie uit de tijd van de bakkerij.

Boven de oorspronkelijke binnenhaard was een insteekverdieping die vijf treden boven de vloer van het voorhuis ligt. Links in de deelwand bevindt zich een spiltrap, die tot boven in het huis doorloopt alwaar de tweede verdieping voor berging was bestemd.

Meer informatie:

Bronnen:
Op gevels geschreven
Amsterdamshorloge.nl
Rijksmuseum
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Delpher
Bristol.nl

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Bouwbureau Stadsherstel
Restauratieaannemer:  B. D. Beulink

Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
De Vrienden van Stadsherstel

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.