Herinneringen uit de oude doos: deze huurster heeft zich in mij genesteld
Het lezen van ons Om De Dag Een Monument verhaal over Reguliersgracht 19, een pand met een bijzondere geschiedenis, bracht bij voormalig Stadshersteller Jaap van der Veen zijn eigen herinneringen aan dit pand naar boven, en dan vooral die aan de huurster.
Jaap van der Veen was werkzaam bij Stadsherstel van 1978 tot en met 1989. Hij begon bij ons als calculator/administratief medewerker, werd tekenaar en was op het laatst projectleider. Eén huurster in het bijzonder bleef hem bij, de dichteres en literator Hanny Michaelis (1922-2007). Hij schreef ons zijn herinneringen.
“De oorzaak van mijn eerste bezoek aan Hanny Michaelis lag in het feit dat zij belde voor een onderhoudskwestie. Zij woonde in het pand Reguliersgracht 19, een ongerestaureerd pand met regelmatig bouwkundige gebrekjes. Door zijn negentiende-eeuwse lijstgevel viel het pand niet op in de gevelwand van de Reguliersgracht. Ik was betrokken bij de restauratie van de beide pakhuizen de Zon en De Maan op Reguliersgracht 11-13. Zodoende ben ik vermoedelijk op die dag in 1984 doorgefietst naar nummer 19.
Ik trof er een kleine vrouw aan met zwart haar en felle ogen. Na de opname van het huiselijk ongemak raakten we in gesprek. Dat zij van Joodse afkomst was en gehuwd was geweest met Gerard Reve (1948-1959) was mij toen nog onbekend. Van beroep was ze dichteres. Net als veel Joden had zij haar ouders verloren, in het vernietigingskamp Sobibor. Vermoedelijk heeft dit haar manier van uiten levenslang beïnvloed.
Wellicht dat haar relatie met Gerard Reve haar verbale capaciteit heeft versterkt. Werd Reve bekend om zijn archaïsch katholiek taalgebruik, zij bediende zich van een niets verhullende manier van spreken. Ze noemde in alles man en paard. Een taal die mij zeer aansprak. Daardoor liep dit bouwkundige gebrekengesprek zeer uit. Hanny moet zich geamuseerd hebben met zo’n argeloze man op bezoek die niets wist van haar verleden, haar Joodszijn, haar voormalige huwelijk noch haar dichterschap. Mijn nieuwgierigheid om te horen hoe het is om tien jaar te leven met een homoseksuele man kon ik gelukkig achter de kiezen houden.
We bleken een gezamenlijk onderwerp te hebben: de Tweede Wereldoorlog. Ik ben van de naoorlogse generatie, Hanny niet bepaald. Die oorlog had voorgoed een stempel op haar hele leven gedrukt. Ik heb veel geluisterd en weinig gesproken. In gezelschap van mensen die zo zwaar door de oorlog zijn gebrandmerkt voel ik altijd een soort plaatsvervangende schaamte voor alle Nederlanders die in die periode de andere kant opkeken.
Om het bouwkundig gebrek op te lossen ben ik nog een aantal keren bij haar teruggekomen. Steeds belandden we weer in diepgravende gesprekken, meestal over die oorlog. Naderhand ben ik over haar gaan lezen zoals haar oorlogsdagboek Lenteloos voorjaar. Daarin leer je haar kennen als een vlotte scholier, zich nog niet bewust van hetgeen spoedig zou gaan komen. Zij heeft zich in mij genesteld, ik ben haar nooit meer kwijtgeraakt.”
Vanavond toen ik naar het raam
gevlucht was voor de lege kamer
die wrokte tegen je afwezigheid,
stroomde je warmte onverhoeds
en machtig door me heen.
Roerloos gelukkig leunden
de bomen tegen de hemel aan.
Er hing een stilte van
verzadiging over de aarde.
Toen vielen traag en plechtig
de eerste regendruppels
en uit mijn ogen sprongen
plotseling de tranen, warm
en verlossend als het water
dat Mozes uit de rotsen sloeg.
Het zijn dit soort verhalen die de geschiedenis rondom een monument compleet maken. Wij horen ze dan ook graag. Heeft u verhalen over Stadsherstelmonumenten, of bent u in bezit van foto’s? Deel ze met ons door een mailtje te sturen aan vrienden@stadsherstel.nl. |