Aan de
‘Parfumeerders Graft’
in de ‘uythoek’ van
de Jordaan

P

Passeerdersgracht 6

Passeerdersgracht 6, Amsterdam

Op de vroeg 17e-eeuwse plattegrond staat de Passeerdersgracht als de Parfumeerders Graft, een officieuze bijnaam die tot in de 18e eeuw bleef bestaan: een kwinkslag naar de stank die veroorzaakt werd door de hier gevestigde leerlooierij? Het had niet veel gescheeld of dit rijksmonument had er niet meer gestaan: zo goed als in de reddende handen van Stadsherstel werd het alsnog bijna verwoest bij een brand in 1981. De verkoper had toen hernieuwde interesse in het pand: voor sloop. Maar wij lieten niet los en zo werd het voor ƒ 1 van ons: een zwartgeblakerd en dakloos huis.

Ca. 1675
Bouw
1875
Verhoogd
1982
Stadsherstel eigenaar
1985
Restauratie
Nu
Woning
Poldersloot
Parfumeerders Graft

Hier werd de stankoverlast veroorzakende leerindustrie gevestigd

Op de topografische kaart van Balthasar Florisz van Berckenrode van 1625 staat de Passeerdersgracht vermeld als de Parfumeerders Graft.
Bij de Derde Uitleg werd het veld ter hoogte van de huidige Passeerdersgracht, dat tot 1585 tot het St. Margaretha-convent behoorde, gereserveerd voor de leerindustrie. Deze stank en overlast veroorzakende bedrijfstak werd zoveel mogelijk in het ‘Nieuwe Werk’ ondergebracht.

Het gebied werd tussen 1609 en 1614 verkaveld in huiserven waarbij het oude agrarische patroon van paden en sloten die oost-west liepen werd aangehouden. De sloot, die nu bekend staat als Passeerdersgracht, werd daarbij verbreed. De animo om zich in de ‘Uythoek’ te vestigen was aanvankelijk niet groot. Lange tijd had het vergeten buurtje veel open plekken.

De erven tussen de Eerste Passeerdersdwarsstraat en de Prinsengracht, waar het huidige nummer 6 staat, werden in 1614 en 1615 uitgegeven. Bovenop de koopprijs betaalden de kopers een toeslag als vergoeding voor het in orde laten maken van wegen en dergelijke.

De Passeerdersgracht was oorspronkelijk korter en eindigde bij de flauwe bocht van de fortificatielinie ter hoogte van het Osdorpbolwerk. In de tweede helft van de 17e eeuw werd de Lijnbaansgracht op deze hoogte een stukje naar het westen verlegd, waarna de Passeerdersgracht werd verlengd.

Bebouwing
Huisje of loods

In 1689 wordt het huis voor het eerst op zichzelf verkocht

De landmeter Lucas Jansz Sinck heeft in opdracht van het stadsbestuur het hele latere Jordaangebied ingemeten en verkaveld. De kaarten die hij hiervan maakte zijn helaas niet bewaard gebleven. Het bijbehorende register gelukkig wel. Hieruit blijkt dat een zekere Hans Cornelisz op 10 december 1614 eigenaar werd van het hele blok van de erven 4 tot en met 7, gelegen op de hoek noordzijde Passeerdersgracht en de Prinsengracht. Het tegenwoordige Passeerdersgracht 6 is gebouwd op het achterste stuk van hoekperceel nummer 4.

De meeste erven hier werden in het begin nog niet bebouwd en passeerderijen hebben op dit stuk nooit gestaan. Op de kaart van Van Berckenrode uit 1625 staat op de plek een huisje of loods met aan de walkant een hijskraan. Dit ‘getimmerte’ wordt in de oudst bewaard gebleven verkoopakte uit 1630 genoemd. Hendrick Jansz. Leynman, mandemaecker van beroep en ook eigenaar van ons pand Keizersgracht 99, verkoopt kavel nummer 4 dan aan Jan Gerritsz., Spaans leerbereider. Uit andere akten blijkt dat het getimmerte tussen 1666 en 1684 waarschijnlijk is vervangen door een stenen huis. De vroegste kwijtschelding van het huidige nummer 6 als zelfstandig huis – en niet als onderdeel van het grotere perceel 4 – dateert uit 1689.

Eigenaren
Kinderloze echtparen

Bij zijn begrafenis werden de klokken extra geluid

In dat jaar verkoopt Aernoldus Jonasz. van Eijdenstede het huis aan Cornelis Theunisz. Bastaert. Onbekend is of hij van het geslacht Bastaert is of een onecht kind, hij laat zich later in elk geval bij de achternaam De Harder noemen. Waarschijnlijk was hij behoorlijk welgesteld, want bij zijn begrafenis in 1734 in de Nieuwe Kerk werden de klokken extra geluid, iets dat vanwege de kosten niet vaak voorkwam.

In 1735 wordt turfdrager Jan Voordewint eigenaar en enige tijd na diens overlijden komt het huis in 1764 in bezit van Harmanus Velthuijsen, die in 1742 op 36-jarige leeftijd is getrouwd met de dan 40-jarige Dirkje Kievit. Dit huwelijk blijft kinderloos.

Als de uit Spijk afkomstige pakker Jan van Dam (1746-1822) trouwt met Angenietje van Aalst (1748-1820), woont zij al in het huis. Ze is de enige geïnstitueerde erfgenaam van Harmanus Velthuijsen, al blijft het huis nog lange tijd op zijn naam staan. Rond 1802 wordt Jan als eigenaar genoemd. Na het overlijden van Jan en Angenietje kopen aanspreker Johannes Jacobus Lansbach (1792-1874) en Grietje Arents (1776-1859) het huis in 1823, als derde opeenvolgende kinderloze echtpaar. Hun neef erft het huis en zijn nicht, die al rond 1854 bij haar oom en tante in het huis woonde, mag er blijven wonen.

Jordaan
Woonkelder

Trieste woonomstandigheden in donkere en vochtige kelders

Nadat de nicht verhuist in 1875 wordt het huis verhuurd en sindsdien heeft er geen eigenaar het huis meer bewoond. Vanaf dat moment wordt ook de kelder bewoond: het bekende, trieste beeld van de overbevolkte Jordaan in die tijd gold ook voor dit pand. Sommige huurders woonden er maar enkele maanden, maar bijvoorbeeld melkslijter Andries Bos en zijn vrouw Antje Versluis bleven er acht jaar en kregen er zes kinderen, van wie er drie al binnen een jaar weer overleden.

Ook het huis, dat met een verdieping verhoogd werd en in twee woonlagen bewoond werd, kende veel huurderswisselingen. Nadat het huis ruim 100 jaar in bezit van de familie Lansbach was geweest, werd het in 1927 eigendom van Bernardus Abraham van Ees: een makelaar die het verhuurde. In datzelfde jaar staat in een kleine aankondiging in de krant dat de kelderwoning onbewoonbaar verklaard is.

Na nog enkele eigenaarswisselingen kwam het in bezit van een projectontwikkelaar die het met meerdere andere aangesloten panden in één koop had overgenomen met het idee deze te slopen. Omdat Passeerdersgracht 6 een rijksmonument betrof waarop bovendien een aantal missiven (verplichte verbeteringen) van Bouw- en Woningtoezicht rustten, verloor de maatschappij zijn interesse en konden wij het voor ƒ 1 overnemen.

De jaren die volgden kenmerkten zich door zware regenval, inbraak en naburig gestommel. Eén zwerver bivakkeerde zo lang in het krot, dat zelfs zij die aan de overkant van het water wonen, voor de poeplucht hun neus dichtknepen. (…) Intussen stroomde de regen maar omlaag op de geblakerde balken, die druipend op herstelwerkzaamheden lagen te wachten.
Henk Spaan – in 1985 buurman van Passeerdersgracht 6 – over dit pand
Rol van Stadsherstel
Eigenaar voor ƒ1

In het metselwerk van de bouwmuur werden bouwsporen gevonden die aannemelijk maken dat het huis oorspronkelijk bestond uit één woonlaag met een kelder en zolder. Rond 1865-1875 is het pand verhoogd met een verdieping waarbij de zolder van een zogenaamd vleugelplat werd voorzien. Waarschijnlijk is hierbij gebruik gemaakt van de oorspronkelijke zandstenen ornamenten, zodat een gedrukte top ontstond. Een bijzondere klokgevel dus, maar het had niet veel gescheeld of het had er niet meer gestaan.

Nog tijdens de aankooponderhandelingen in 1981 is het pand door een nooit opgehelderde oorzaak volledig uitgebrand. Daarmee was de belangstelling van de verkopende partij plots weer gewekt, maar wij hielden voet bij stuk en zo werden wij in 1982 eigenaar van wat er nog over was, voor het symbolische bedrag van 1 gulden. Het mag duidelijk zijn dat het verzekeringsbedrag van ƒ 80.000 hard nodig was om financiering van de restauratie rond te krijgen.

Omdat bij de brand de dakbedekking verloren was gegaan wilden we zo snel mogelijk redden wat nog te redden viel. Het duurde echter tot voorjaar 1985 voordat de bouwvergunning en de subsidie rond waren en gestart kon worden met de restauratie. Het gevolg hiervan was dat het hout dat niet door brand was aangetast, door inwatering volledig was verwoest. Gelukkig hebben we het pand toch kunnen redden en staat het er nu weer tip top bij.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Historie
Delpher
Stadsarchief Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Ir. H. Boschma
Restauratieaannemer: J. Scheurer & Zn.

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.