B
Buiksloterdijk 444, AmsterdamOp slechts enkele minuten fietsen van de pont vanaf CS en vlakbij het Noorderpark en park Buik Slotermeer lijkt de tijd te hebben stilgestaan aan een van de mooiste authentieke dijken van Amsterdam Noord: de Buiksloterdijk. ‘Beuksloot’ was waarschijnlijk ooit een nederzetting van pionierende boeren, toen nog aan een zeedijk en omgeven door beuken. Later leefde het dorp van handel en scheepvaart. Stadsherstel heeft verschillende huisjes aan deze dijk omgeven door groen, waaronder nummer 444.
Grote delen zijn gesloopt, maar gelukkig is ook veel gespaard
In 1921 werd dijkdorp Buiksloot toegevoegd aan de gemeente Amsterdam. Daarvoor was het een zelfstandige gemeente die bestond uit de Buiksloterdijk en de inmiddels geheel afgebroken Buikslotermeerdijk. Ook een groot deel van de Buiksloterdijk, die een eeuw geleden nog twee keer zo lang was, is gesloopt en wel in 1965.
Het rijtje op nummer 442-446 bleef op de valreep gespaard: vanaf nummer 452 tot Zijkanaal I werd met de grond gelijk gemaakt. Er zou een parallelle verkeersweg worden aangelegd, maar deze is er nooit gekomen. Voor de aanleg van andere wegen moesten ook delen van de Buiksloterdijk wijken, onder meer als gevolg van de aanleg van de Afsluitdijk en de IJtunnel. Gelukkig is er ook heel veel van de oorspronkelijke dijkwoningen wel behouden gebleven, waardoor het zijn authentieke uiterlijk behouden heeft.
Het dorp was verdeeld in het Oosteinde (waar onder meer het Stadsherstelpand op nummer 224 staat) en het Westeinde (waar dit huis zich bevindt), gescheiden door het Noordhollandsch Kanaal.
Zijn inwonerschap van Utrecht was niet geheel vrijwillig
In juli 1910 trouwen de 27-jarige stoker Gerrit Engel (1882-1955) en de 21-jarige voormalig dienstbode Grietje Engel-Dolman (1889-1976), beiden geboren in Buiksloot. Op het nippertje: zoon Simon – vernoemd naar zijn opa van vaders kant – ziet een maand later het levenslicht. Zouden zij hun jongste zoon Wouter bewust een tweede naam beginnend met een B hebben meegegeven? Vader was in elk geval zeker een bengel. De reden dat wij nu weten hoe hij eruit zag, met donkerbruin haar, lichtblauwe ogen en een snor, is vanwege een veroordeling voor zware mishandeling. Gerrit moet daarvoor in december 1911 de gevangenis in, waar hij anderhalf jaar blijft: in juni 1913 komt hij weer vrij.
Hij woont tot die tijd op Dorpsstraat B84 (het huidige Buiksloterdijk 440, ook van Stadsherstel) en wordt met zijn gevangenschap officieel inwoner van Utrecht. In 1913 wordt hij weer ingeschreven, , in eerste instantie weer op nummer 440 lijkt het (nummer B86 – nu 444 – en B89 zijn achtereenvolgens doorgestreept). Nu staat er als beroep bootwerker. De geboorte van zoon Gerrit volgt in 1915.
Zwager Wouter Barend Dolman (1896) woont vanaf 1920 enige tijd bij het gezin. De jongste zoon, een nakomelingetje geboren in 1926, is vernoemd naar zijn oom van moeders zijde.
Heengezonden om zijn melk te kunnen uitventen
Wanneer het gezin is verhuisd naar nummer 444 weten we niet, maar ze wonen hier tenminste zo goed als een halve eeuw. In de Militieregisters blijkt dat ze hier in elk geval al in 1929 wonen. Zoon Simon wordt dan voorgoed afgekeurd om gezondheidsredenen. Simon is machinaal houtbewerker, heeft 7 klassen lager onderwijs gevolgd en ‘les in teekenen’ op de avondschool. Of hij iets gedaan heeft met zijn tekenlessen is jammer genoeg onbekend. Zoon Gerrit wordt in 1934 eveneens om gezondheidsredenen afgekeurd. Hij is los-werkman en heeft eveneens 7 klassen lager onderwijs doorlopen.
Zoon Simon is onschuldiger dan zijn vader, althans: voor zover wij weten. De enige keer dat hij in aanraking komt met de politie lijkt te zijn als hij zich op zeker moment tijdens de Tweede Wereldoorlog tijdens het luchtalarm op de openbare weg bevindt. Hij is op dat moment melkventer en wordt heengezonden om de rest van zijn melk te kunnen slijten. Zoon Wouter zal het ouderlijk huis verlaten in 1952, Grietje – inmiddels weduwe – verhuist in 1976 naar een bejaardenhuis en overlijdt enkele maanden later.
Dit woonhuis, het middelste in een rijtje van drie, geen monument, konden wij in 2002 samen met nog 17 panden in Landelijk Noord overkopen van de gemeente Amsterdam. De meeste van deze panden waren enkele decennia geleden door de stad gekocht omdat ze in de weg stonden bij het realiseren van grote herstructureringsplannen in Noord, die uiteindelijk niet doorgingen. Voor het restant van deze huizen die niet aan de huurders konden worden verkocht zocht stadsdeel noord een betrouwbare partner die het eigendom en beheer op een fatsoenlijke wijze zou kunnen overnemen. Met de afspraak dat zittende huurders konden blijven zitten.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdamnoord.com
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam