Waarom kozen we voor deze kleuren bij dit grachtenpand?
De restauratie van Oudezijds Voorburgwal 61 is dankzij een team van vakspecialisten zo goed als voltooid. De eerste bewoners zijn er ingetrokken en we puzzelen met de aannemer nog wat af om ook de laatste punten af te maken, waarbij we de coronamaatregelen in acht nemen. Op de open dag hoorden monumentenliefhebbers hoe we tot bepaalde keuzes kwamen. Want waarom kozen we bijvoorbeeld voor Pruisisch blauw?
Het grachtenpand, met prachtig uitzicht op de Oude Kerk, heeft nog veel originele elementen die te dateren zijn rond 1600, zoals restanten van het houtskelet en zeldzame zeskanten marmeren vloertegels.
Later zijn er diverse verbouwingen geweest die nu nog steeds zichtbaar zijn, zoals een moderniseringsslag in de tweede helft van de 17e eeuw waarbij grote delen van het houtskelet verwijderd worden ten behoeve van interieurafwerkingen die meer passen bij die tijd. Het pand wordt dan voorzien van de classicistische halsgevel, de hangkamers en het classicistische portaal in de entree.
De hoge vestibule met stucwerk in Lodewijk XV-stijl en het dwarse achterhuis, waar de keuken komt, zijn gaaf bewaarde interieuronderdelen uit de tweede helft van de 18e eeuw. En als laatste is ook de 19e eeuw door het hele pand terug te vinden in de rijk gedecoreerde stucplafonds. Al deze bijzondere onderdelen zijn gerestaureerd door vakspecialisten.
Zo zijn het monumentale stucwerk, de marmeren vloertegels en de witjes op de wanden in de keuken vastgezet, schoongemaakt en ontbrekende onderdelen aangevuld.
Naast de restauratie van de monumentale interieuronderdelen is het pand geschikt gemaakt voor twee woningen, waarbij de aanwezige ruimtelijke structuur intact is gebleven.
Totaalrestauratie door vakspecialisten
Maar alles kan bouwkundig netjes in orde zijn en materialen goed gerestaureerd, maar kleur is een wezenlijk onderdeel in de beleving van de ruimte en het herstellen van de architectuur. Daarom hebben we naast bouwhistorisch onderzoek ook kleurhistorisch onderzoek uitgevoerd in de entreehal, de keuken in het achterhuis, de voorkamer op de beletage en in de hangkamers. Omdat hier de verwachting was de oorspronkelijke verfafwerking te vinden en omdat deze ruimten nog grotendeels in hun oorspronkelijke verschijningsvorm behouden zijn gebleven. Zo konden we op basis van het kleuronderzoek een totaalrestauratie uitvoeren.
In de voorkamer op de beletage is de 19e eeuw nadrukkelijk aanwezig in de raampartijen en schouw. In de kleurstelling van de ruimte is de gevonden 19e-eeuwse grijze tint aangehouden voor de raampartijen en het plafond. Omdat de empire schuiframen doorlopen naar de hangkamer erboven, zijn ook hier de raampartijen in deze grijze tint geschilderd. Voor het plafond in de hangkamer is bewust gekozen de 18e-eeuwse blauwe kleurafwerking te benaderen, aangezien het plafond ook vanuit de hoge vestibule (ook 18e-eeuws) zichtbaar is.
Oker in de keuken kwam wel vaker voor
Voor de hoger gelegen verdiepingen is de grijze tint uit de 19e eeuw als basis genomen voor het houtwerk om zo de woningen in een ingetogen kleurstelling af te werken. In de keuken troffen we blonde houtimitaties onder een oker kleurafwerking aan. Omdat niet met zekerheid te zeggen was hoe deze houtimitaties eruitgezien hebben en oker een gebruikelijke kleur was in keukens, is de keuken in het achterhuis in de gevonden okerkleur geschilderd.
Gebrande omber, natuurlijke sienna en violet dodekop voor 17e-eeuws portaal
De entree bestaat uit een hoge 18e-eeuwse vestibule en een laag 17e-eeuws portaal. Om hier de rijkdom van de historie tot volle uitdrukking te brengen, zijn de oorspronkelijke kleuren in lijnolieverven aangebracht. De oudste afwerking die is aangetroffen op het portaal (17e-eeuws) is een bruine verflaag op een witte krijtlijmgrondering (eerste afwerking). Die bruine kleur is teruggebracht door een mengsel te maken van de pigmenten gebrande omber, natuurlijke sienna en violet dodekop.
Pruisisch blauw, gele oker, titaan wit voor 18e-eeuwse vestibule
De 18e-eeuwse hoge vestibule had in de 18e eeuw een blauwe afwerking in drie tinten op het houtwerk op een grijze ondergrond. Op het stucwerk zijn alleen witte lagen aangetroffen. Het stucwerk is na herstel met de blokkwast in een mineraal verfsysteem wit geschilderd. De later aangebrachte vensters in de stucwerkwanden zijn meegenomen in deze witte kleur om zo min mogelijk op te vallen in de wandvlakken.
De voordeur met boven- en zijlicht is in drie tinten blauw geschilderd, een mengsel van de pigmenten Pruisisch blauw, gele oker, titaan wit en drieband zwart. Eigenlijk is de blauwe kleur meer een Lodewijk XIV-kleur en dus een wat ouderwetse kleur bij het Lodewijk XV-stucwerk. Als kers op de taart is ook de marmerimitatie op een gedeelte van het wandvlak naast het zijlicht teruggebracht. De marmerimitatie is in meerdere lagen aangebracht om zo meer diepte te creëren. De eerste laag bestaat uit titaanwit. Daaroverheen wordt de adering aangebracht in verschillende mengsels van gele oker met sienna en cassel aarde. Daaroverheen is nog een lichte glacis (mengsel van titaan- en zinkwit) aangebracht om een meer krijtige uitstraling te krijgen die het natuursteen meer benaderd.
Voorgevel in harmonie
Naast het interieur is ook de voorgevel in zijn oorspronkelijke kleurstelling geschilderd om zo het karakter van de fraaie voorgevel op terughoudende wijze te versterken en de in verschillende tijden aangebrachte onderdelen in harmonie bij elkaar te laten horen. Tijdens de restauratie van het natuursteenwerk van de top kwam naar voren dat het natuursteen in een zandsteenkleur geschilderd was. Uit het kleurhistorisch onderzoek kwam naar voren dat inderdaad de natuursteenonderdelen, evenals de kozijnen, in eerste afwerking een okerbruine zandsteenkleur hadden en dat pas veel later de huidige witte afwerkingen zijn aangebracht. Ook kwam naar voren dat het metselwerk een bruine afwerking kende en dat de ramen door de eeuwen heen in verschillende donkergroene tinten zijn geschilderd.
Nu de laatste punten op de i worden gezet en de huurders hun intrek nemen, is een einde gekomen aan deze bijzondere totaalrestauratie waarin alle disciplines aan bod zijn gekomen en die u als monumentenliefhebber op verschillende momenten van dichtbij heeft kunnen zien. Oudezijds Voorburgwal 61 is in ere hersteld en kan nog vele generaties zijn bijzondere historische verhaal vertellen.
Mede mogelijk gemaakt door
De restauratie van de entreehal is mede mogelijk gemaakt door de Vrienden van Stadsherstel, het gaasraam onder de stoep door het Edith Oen-Oei Schone Kunsten Fonds, een fonds op naam bij het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Lees HIER eerdere artikelen over Oudezijds Voorburgwal 61.