Voorraadkeldertje met 17e-eeuwse tegeltjes blootgelegd
Stadsherstel heeft vorig jaar het pand Oudemanhuispoort 1a overgenomen van de Universiteit van Amsterdam. Reden van de overname was de slechte fundering, die op korte termijn vervangen moest worden. Onlangs is begonnen met het herstel ervan. Vlak voor de betonvlechters aan het werk zouden gaan, werd een verrassing in de bodem gevonden: een voorraadkeldertje met 17e-eeuwse siertegels.
Een paar dagen voor deze vondst werd gedaan, was onder de bestaande vloer al een plavuizenvloer tevoorschijn gekomen. Dat was op zich wel onverwacht, maar niet verrassend. Het gebeurt immers vaker dat er op de bestaande vloer een nieuwe wordt aangelegd. De plavuizen werden opgeslagen om later te hergebruiken.
Voorraadkelder?
Vervolgens ging aannemer DS Bouw prikken in de bodem om te kijken of er nog obstakels lagen die de hydraulisch in te brengen betonpalen zouden kunnen blokkeren. En, inderdaad, een halve meter onder het niveau van de plavuizen lag nog iets hards. Toen dit werd uitgegraven bleek het een kleine ondiepe ruimte te zijn. We gaan ervan uit dat het een voorraadkeldertje is van de herberg die hier heeft gezeten. In de 18e eeuw lag hier namelijk herberg ’t Fortuin. Aan het einde van de 19e eeuw was hier nog een tapperij gevestigd.
17e-eeuwse siertegels
Op de vloer lagen, zoals gebruikelijk bij een kelder, plavuizen, maar de wanden waren betegeld met 17e-eeuwse siertegels. Er kon niet worden vastgesteld of deze tegels ook in die eeuw werden aangebracht of dat er sprake was van hergebruik. Het keldertje was gevuld met puin en afval waaruit de eerdere horecafunctie van het pand was af te lezen. In het puin lagen, naast verschillende potscherven, onder andere een ton, een braadpan en een tapkraantje.
Betonlaag
Helaas was de kelder niet in de restauratieplannen in te passen. De aannemer heeft de gave tegels veiliggesteld en de ruimte is gefotografeerd en opgemeten. De Afdeling Archeologie van Bureau Monumenten & Archeologie heeft een waarneming gedaan. Daarna moest snel verder worden gegaan met de werkzaamheden, want het pand verzakt zo snel dat uitstel onverantwoord is. Binnenkort zal de vondst dus weer verborgen zijn. Nu onder een dikke laag beton.
Dit is wat de Afdeling Archeologie van Bureau Monumenten & Archeologie heeft geschreven over de vondst: De kelder was een bak van 1,68 x 1,54 m met een de zuidkant een uitbouw van 0,66 x 0,55 m waar resten van een trap aanwezig geweest zijn, althans volgens de aannemer. De bovenzijde van de bak was afgewerkt met een rand van rode plavuizen van 22 x 22 x 2,2 cm. Hierboven, tot aan de onlangs verwijderde vloer, bevonden zich drie rijen met polychrome wandtegels met als decoratie een bloemenvaas binnen een ruit, met lelies in de hoeken (afm. 13,2 x 13,2 x 1,5 cm). De wanden van de kelderbak waren bekleed met wandtegels met een blauw op wit decoratie van bloemvazen. Hiervan kwamen varianten voor met een hoekversiering van ossenkoppen en lelies (afm. 13 x 13 cm). De datering ervan ligt in het tweede kwart van de 17de eeuw. Gezien de willekeurige volgorde van de tegels waarbij bij elkaar horende exemplaren niet op elkaar aansloten is het waarschijnlijk dat er of in de loop van de tijd een aantal wijzigingen hebben voorgedaan of dat de tegels er pas in een laat stadium zijn ingemetseld.