Het Utrechtsch Studenten Concert begint haar najaar met twee prachtige werken; de tweede symfonie van Rachmaninov en de zesde symfonie van Sjostakovitsj.
Het USConcert
Het Utrechtsch Studenten Concert is met haar oprichting in 1823 het oudste symfonieorkest van Nederland. Onder leiding van Bas Pollard repeteren zo’n tachtig studenten elke maandagavond aan een gevarieerd repertoire. Het orkest combineert muziek maken op hoog niveau met veel gezelligheid.
De Zesde Symfonie van Sjostakovitsj (1906-1975) is een van zijn minst bekende stukken. Met de veel bekendere Vijfde Symfonie vlak ervoor en twee grote oorlogssymfonieën erna, is de Zesde gesitueerd aan de vooravond van de tweede wereldoorlog. Ondanks het pact tussen de Sovjet-Unie en Duitsland, vertrouwde Sjostakovitsj de autoriteiten niet. Kort daarvoor was hij nog publiekelijk aan de schandpaal genageld… Het lange adagio waar de symfonie mee begint, is als een klaagzang vol angst en duistere voorgevoelens. De twee scherzi zijn vrijer en vrolijker, maar kunnen toch niet helemaal aan de schaduw van het eerste deel ontsnappen.
Sergej Rachmaninov (1873-1943) voltooide zijn Tweede Symfonie in 1907 en deze wordt beschouwd als een van zijn grootste werken, een toonbeeld van zijn lyrische en emotioneel rijke stijl, die hij tot het einde van zijn leven zou behouden. De Tweede Symfonie bestaat uit vier delen. Het eerste is een sonatevorm met een broeierig eerste thema en een lyrisch tweede thema. Het enorme contrast tussen die twee creëert enorme spanningen. Het tweede deel is een scherzo dat als een mars is geschreven. Rachmaninovs vader was militair en dat is in veel van Rachmaninovs werken terug te horen. Het adagio is een van de beroemdste klassieke muziekstukken; de prachtige, lyrische zanglijn van de klarinet (en later de strijkers) is melancholisch en emotioneel. De finale is een rondovorm waarin alle zwaarheid en emotie van de eerste delen wordt losgelaten en het stuk triomfantelijk eindigt.