Op de Nieuwendijk kwam de eerste bebouwing van Aemstelledam

N

Nieuwendijk 1 – Prins Hendrikkade 1 ABC

Nieuwendijk 1, Amsterdam

De eerste eigenaar van dit hoekperceel was waarschijnlijk een kapitein op een oorlogsschip. Hij woonde hier met zijn vrouw, zoon en dochter in 1625. Als zijn kleindochter het erft heet het pand nog ‘De Hoope’ maar na haar trouwen krijgt het ‘De Vos’ in de gevel, naar haar echtgenoot Claas de Vos. Het woonwinkelhuis met de klokgevel siert een monumentale plek op een van de vroegst bebouwde plekken van de nederzetting Aemstelledam.

Voor 1625
Bouw
1972
Stadsherstel eigenaar
1978
Restauratie
Nu
Woningen & bedrijfsruimte
13e Eeuw
De eerste houten huizen

Hier ontstond de nederzetting Aemstelledam

Toen kort na 1200 een moerassig gebied vanuit de Utrechtse regio stukje bij beetje werd ontgonnen, werden bij het IJ dijken gebouwd langs de monding van de veenstroom die we nu kennen als de Amstel. De allereerste houten huizen van Amsterdam die geen agrarische bestemming hadden werden rond 1225 gebouwd op de dijk langs de westoever die nu de Nieuwendijk heet. Daarna werd ook de oostelijke dijk, wat nu Warmoesstraat heet, bebouwd en tussen de oevers werd rond 1250 een dam met sluizen gebouwd (de huidige Dam). De monding van de Amstel, het Damrak, werd hiermee een binnenhaven. De Prins Hendrikkade aan het Open Havenfront vormde de noordelijke begrenzing van de binnenstad.

Zo ver als 1225 terug gaan onze bronnen niet als het gaat om de bewonersgeschiedenis van dit pand. In 1803 komt het huis met erf op de hoek van de Nieuwendijk en de Haringpakkerij voor ƒ 6.800 in handen van Johanna Scholten bij de boedelverkoop van Johanna Sara de Ram. Via vererving kunnen we het pad terug volgen tot 1625.

Erfgenamen
De Hoope

Al in 1625 woont hier een kapitein ter Admiraliteit met zijn gezin

Johanna Sara de Ram is de dochter van Jan de Ram en Sara de Leus (1694-1766), die weer de langstlevende dochter was van schipper Bartholomeus de Leus.

Bartholomeus, of Bartel op zijn beurt was enig erfgenaam van een vooroverleden dochter uit een eerder huwelijk die het huis geërfd had van Catharina Heermans. In 1634 was die, slechts 3 ½ jaar oud, als enig kind eigenaresse geworden van ½ part van een huis en erf op de Nieuwendijk aan de zijde van de Amstelsluis genaamd ‘de Hoope’: haar moeders erfdeel.

Deze moeder, Trijn Jans Blocken en haar broer Marten Janszn Blok waren de kinderen van Hillegond Martens en Jan Michielszn Block. De kapitein te water op een oorlogsschip was wellicht de eerste eigenaar van het perceel. Block en zijn gezin zijn in elk geval de oudst bekende bewoners, zoals blijkt als op 9 april 1625 “zyn vercocht de naerglatene goederen van Capteijn Jan Block ende Hillegont Martens zijn huysvrouw”, woonachtig “op de Hoeck van de Nieuwe Haarlemmer Sluijs in Amsterdam”.

Naamgever
De Vos in de gevel

Vernoemd naar haar echtgenoot

Na het overlijden van haar oom Marten erft Catharina de helft van zijn aandeel en na onderhandelingen met de gezamenlijke erfgenamen komt uiteindelijk ook het laatste kwart in handen van Catharina. Of in feite van haar vader en voogd: Jacob Heermans.

Heermans (1605-1663) was boekverkoper en zoon van een uit Straatsburg afkomstige boekbinder. In 1629 is hij in ondertrouw gegaan en in 1631 wordt Catharina geboren. In 1634 overlijdt zijn vrouw en in hetzelfde jaar hertrouwt hij. In deze periode was hij als boekhandelaar werkzaam en woonde op de Dam op de hoek van de Vogelsteeg met uithangbord ‘In ’t Kruydboeck.’ Daarnaast vertaalde en bewerkte hij romans en toneelstukken uit het Frans in het Nederduyts: zoals de “treurige, doch bly-eindigende Historie” Lysander en Caliste en Chryseide en Arimant. Heermans was rechtsgeleerde en van 1649 tot 1651 regent van de Amsterdamse Schouwburg.

Bij de verkoop in 1803 staat ‘De Vos’ in de gevel. Deze naam is te herleiden: Catharina Heermans, in 1683 hertrouwd, was namelijk weduwe van Nicolaas de Vos, met wie zij in 1656 in het huwelijk was getreden. In 1686 overlijdt Catharina. En een jaar later overlijdt Bartels oudste dochter en erfgename van Catharina op slechts 17-jarige leeftijd. De relatie van deze dochter tot Catharina hebben we niet kunnen achterhalen.

Winkelwoonhuis
‘Manke Mie’

Getuigen tegen de hoerenwaardin die meisjes uit het burgerweeshuis haalde

Of De Leus en zijn erfgenamen zelf het winkelwoonhuis bewoonden is de vraag. Dit pand is namelijk niet het enige dat De Leus erft van Catharina Heermans. In 1742 zit er de drogistwinkel van Jac. de Jong in het pand, die ƒ 870,- huur betaalde met een inkomen van ƒ 1.500,-.

Vanaf 1804 staat Christaan Valenkamp – en na 1837 zijn weduwe – vermeld op het adres. Van Valenkamp weten we dat hij tenminste twee maal in dienst is geweest van de VOC: in 1787 voer hij mee als hooploper op de Gouverneur-Generaal Maatsuijker naar Batavia. In 1789 keerde hij terug, om in 1790 als bosschieter aan te monsteren op het schip Gouverneur-Generaal Mossel naar Ceylon. In februari 1794 keert hij terug; een half jaar later trouwt hij met Jansje Scholten, de koopster uit 1803. Twee maanden na haar huwelijk doet Jansje, met 13 anderen, aangifte van hoerwaardin ‘Manke Mie’ en haar pooier Jan Nolte die minderjarige meisjes uit het burgerweeshuis zouden halen om met heren ‘vleselijk te converseren’.

In 1851 is de hoofdbewoner Johannes van Bosch, tapper en in 1864 is dit de winkelier in tabak H.E. Speelman. In 1879 – als kelder, huis, bovenhuis, 2e bovenhuis en de achterkamer 2-hoog achter bewoond zijn – woont Speelman hier nog steeds, op 2-hoog achter.

Rol van Stadsherstel
Herplaatste klokgevel

Dit in de kern 17e-eeuwse hoekhuis is gelegen aan het begin van de Korte Nieuwendijk bij de Haarlemmersluis en vormt een belangrijk onderdeel van de monumentale bebouwing in deze omgeving.

Toen we het in 1972 aankochten bevond het zich in een bouwkundig zeer slechte staat. Door Bouw- en Woningtoezicht waren verbeteringen en herstellingen toegewezen aan het rijksmonument.

Het winkelwoonhuis is voorzien van een houten onderpui die omloopt naar de zijgevel. De zijgevel heeft een pothuis en een ingang voor het apart bewoonde achterdeel. Het trappenhuis wordt verlicht met ronde raampjes.

Voor restauratie had de gevel een 19e-eeuwse klokvormige rollagentop. Bij de restauratie in 1978 is een laat-17e-eeuwse klokgevel geplaatst die afkomstig was van de Utrechtsedwarsstraat 60. Het pand, zoals het er nu bijstaat heeft een klokgevel zoals gebruikelijk was in het vierde kwart van de 17e eeuw: in de stijl van het Hollands Classicisme en met gebogen topfronton en natuurstenen klokgevelafdekbanden met fruit- en bloemenmotief langs de inzwenkingen en bijpassende voluten.

Samen met de door ons gerestaureerde panden aan de Stromarkt en ons hoekpand aan de Haarlemmerstraat 1 hebben we hier een wezenlijke bijdrage kunnen leveren van het Stadsherstellen van een zeer verpauperde buurt.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Delpher
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5, 1921, P.C. Molhuysen en P.J. Blok (red.), via Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Stadsarchief Amsterdam
The Montias Database of 17th Century Dutch Art Inventories

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: W.J. Klein / R.C.A. Kruize
Restauratieaannemer: G.J. Woudenberg

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.